Katheterablatie: Basiskennis

Speciale cellen in het hart creëren elektrische signalen die langs paden naar de hartkamers bewegen. Deze signalen zorgen ervoor dat de bovenste en onderste kamers van het hart in de juiste volgorde en in het juiste ritme kloppen. Abnormaal weefsel kan ongeorganiseerde elektrische signalen veroorzaken, waardoor een snelle of onregelmatige hartslag ontstaat, hartritmestoornissen genoemd. Tijdens een katheterablatie gebruikt de cardioloog elektroden om een veilige impuls van radiofrequentie-energie af te geven om deze zieke delen van het hartweefsel te vernietigen. Dit helpt het normale ritme van het hart te herstellen.  

Als uw arts u katheterablatie heeft aanbevolen, ontvangt u gedetailleerde instructies over hoe u zich op de operatie moet voorbereiden. Uw interventiecardioloog kan onder meer het volgende adviseren: 

• Om enkele dagen vóór de operatie te stoppen met het gebruik van bloedverdunnende medicijnen. 

• Om ongeveer 12 uur vóór de procedure geen voedsel meer te nuttigen  

• Als u regelmatig andere medicijnen gebruikt, vraag dan uw arts of u de medicatie moet blijven innemen vóór uw procedure. 

Katheterablaties vinden plaats in een speciale ruimte die bekend staat als een elektrofysiologisch laboratorium, ook wel een katheterlaboratorium genoemd. De procedure duurt meestal twee tot vier uur. Afhankelijk van de te behandelen hartritmestoornis kan de procedure plaatsvinden onder algemene of plaatselijke verdoving met sedatie. 

Om het getroffen gebied te bereiken, zal de arts een dunne flexibele buis, de inbrenghuls, inbrengen in een groot bloedvat in de lies van de patiënt. De cardioloog brengt vervolgens meerdere katheters door de huls en geleidt deze voorzichtig naar de juiste positie in uw hart. Om het abnormale weefsel dat de hartritmestoornis veroorzaakt te lokaliseren, stuurt de cardioloog een kleine elektrische impuls door de elektrodekatheter. Hierdoor wordt het afwijkende weefsel geactiveerd, waardoor het zichtbaar wordt. Vervolgens zal de arts milde radiofrequente warmte-energie gebruiken om het probleemgebied, dat meestal erg klein is, te vernietigen of te “ableren”.  

Er kunnen andere soorten ablatietechnieken worden gebruikt, zoals cryoablatie, waarbij zeer lage temperaturen het probleemgebied vernietigen. De resulterende littekenvorming isoleert het getroffen gebied van het gezonde deel van het hart, waardoor een normaal hartritme wordt hersteld.  

Na de procedure moet u waarschijnlijk een tijdje stil blijven liggen om het risico op bloedingen te verkleinen. Sommige mensen kunnen het ziekenhuis dezelfde dag van de ablatie verlaten. Anderen blijven één of meerdere nachten in het ziekenhuis.  

In de dagen na de procedure kunt u lichte pijn op de borst of blauwe plekken krijgen op de plek waar de katheter is ingebracht. De meeste mensen kunnen hun normale activiteiten binnen een paar dagen hervatten. Zorg ervoor dat u de instructies opvolgt die uw zorgteam u heeft gegeven, vooral met betrekking tot nacontroles en medicatie. Als u ongewone zwelling of pijn, bloedingen of aanhoudende onregelmatigheden in uw hartslag opmerkt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.