Elektromagnetische interferentie en uw apparaat
In ons dagelijks leven komen we overal elektromagnetische velden tegen. Deze velden, die door alle elektrische apparaten worden gegenereerd, kunnen elektromagnetische interferentie (EMI) veroorzaken. Dit betekent dat ze de prestaties van een ander elektronisch apparaat in de nabijheid kunnen beïnvloeden. Hoewel deze velden in de meeste gevallen te zwak zijn, kunnen sommige medische procedures, huishoudelijke apparaten of apparatuur met sterke energievelden tijdelijk de werking van uw pacemaker, defibrillator of CRT-apparaat storen. Op deze pagina leggen wij uit waar u op moet letten en waar u meer informatie kunt vinden.
Hoe uw hartimplantaat kan worden beïnvloed
Als het elektromagnetische veld rond een elektrisch apparaat te sterk is en zich te dicht bij uw hartimplantaat bevindt, kan dit de functionaliteit tijdelijk beïnvloeden. Het kan ertoe leiden dat uw apparaat een therapie afgeeft die niet nodig is, of een therapie achterhoudt die wel nodig is. Met andere woorden: een pacemaker is mogelijk niet in staat een stimulatie-impuls af te geven of kan het hartritme onnodig versnellen. Het kan zijn dat een ICD die zich in de nabijheid van een sterk elektromagnetisch veld bevindt, geen of ongewenste defibrillatieschokken kan afgeven.
Hoe elektromagnetische interferentie kan worden vermeden
Hoewel elektromagnetische interferentie een zorgelijk kan lijken, vooral als u op het punt staat een hartimplantaat te krijgen of als u of een familielid er onlangs één heeft gekregen, zult u snel ontdekken dat dit goed te beheren is. Onze “Gids Elektromagnetische compatibiliteit” laat u zien welke objecten geen risico opleveren, welke een beperkt risico hebben en welke objecten of procedures alleen met de nodige voorzichtigheid mogen worden gebruikt.
In de meeste gevallen is het echter voldoende om een minimale afstand aan te houden tussen uw implantaat en bepaalde elektrische apparaten, zoals smartphones, huishoudelijke apparaten of elektrisch gereedschap. Als u zich plotseling licht in het hoofd voelt, een verandering in de hartslag of duizelig wordt, stop dan met het aanraken of ga weg van het elektrische apparaat in uw nabijheid. Zodra de afstand tot de storingsbron groter wordt of deze wordt uitgeschakeld, is de pacemaker of defibrillator weer volledig functioneel.
Wat u nog meer kunt doen
Als u een pacemaker, defibrillator of CRT-apparaat bij u draagt:
- Vraag uw arts of er procedures of apparaten zijn die u vanwege uw apparaat en ziekte niet mag gebruiken.
- Vraag uw arts of er apparaten zijn die u tijdens uw dagelijkse professionele werkzaamheden niet mag gebruiken.
- Informeer de arts vóór elke medische of tandheelkundige behandeling dat u een geïmplanteerde pacemaker, defibrillator of CRT-apparaat heeft.
- Neem voordat u elektrische apparaten gebruikt de waarschuwingen van de fabrikant voor patiënten met pacemakers/ICD's in acht.
- Als u van plan bent binnenkort op reis te gaan, lees dan ons gedeelte ‘Reizen’ met relevante tips voor het omgaan met de veiligheidscontrole op luchthavens.
- Neem een paar minuten de tijd om de “Gids Electromagnetische compatibiliteit” van BIOTRONIK te lezen die is ontworpen om snel te identificeren welke objecten en procedures geen risico opleveren en welke met de nodige zorg moeten worden behandeld.